Selecteer een pagina

‘Het CenA-team kent de gedetailleerde sociale kaart en weet waar aan te grijpen’

Martin Voerknecht, huisarts in Bussum, over de samenwerking met CenA-team

Voor advies en ondersteuning bij jeugdhulp werkt huisarts Martin Voerknecht in Bussum samen met het Consultatie- en Adviesteam, een onderdeel van het samenwerkingsverband GGD Regio Gooi en Vechtstreek. Met name vanwege de korte lijnen en de snelle intake is hij enthousiast over de constructie. Hij vertelt over de toegevoegde waarde van het CenA-team voor zijn praktijk.

Sinds wanneer werken jullie samen met het CenA-team?
“De samenwerking loopt sinds 2015, na een pilot van een jaar, en wordt nog voortdurend geëvalueerd. Het CenA is enthousiast, ik ben enthousiast, maar in de gemeente moet het ook vooral duidelijk zijn dat dit een goed en succesvol initiatief is.”

Hoe werkt die samenwerking precies?
“Het Consultatie- en Adviesteam bestaat uit onder andere een kinderpsycholoog, een verpleegkundige van de GGD en een GGD-arts van het consultatiebureau. Zij hebben gedetailleerde kennis van de sociale kaart. Bij het vermoeden van bijvoorbeeld ADHD of dyslexie stuur ik – uiteraard beveiligd – de specifieke vraag met alle informatie door naar het CenA-team. Zij voeren een intakegesprek en geven advies over de zorg waar het kind het beste op zijn plek is. Als huisarts loop ik soms best tegen zaken aan waarvan ik niet direct weet wat ik ermee aan moet. Ook dan kan het CenA-team helpen. Omdat de gemeente samenwerkt met Preventie, met GGD, met jeugdzorg et cetera, kennen zij de geëigende adressen. Ik zou op de sociale kaart niet weten waar te starten, maar het CenA-team weet daarom wél waar aan te grijpen.”

Wat zijn de voordelen voor de patiënten?
“Allereerst is het laagdrempelig en kunnen ze er snel terecht, meestal binnen 2 à 3 weken nadat ik ze heb gezien. Daarnaast worden ze meteen naar de juiste vorm van zorg toe geleid. Voor de 2de lijn is er dan misschien een wachttijd, maar je weet in elk geval zeker dat je bij de juiste hulpverlening terecht komt. Soms neemt het CenA-team al een deel van de gesprekken over, om wachttijd te overbruggen óf om het probleem helemaal op te lossen. Een kind met een tic-stoornis bijvoorbeeld, daar hoeft GGz centraal niet per definitie aan te pas te komen.”

Waar ben je zelf met name enthousiast over?
“Al in de pilot-fase was ik enthousiast. Patiënten werden a) heel snel gezien, b) de intake was goed en c) er kwam goed advies uit. Er wordt goed gekeken naar het kind, de ouders voelen zich gehoord en er wordt toe geleid naar de juiste vorm van zorg. Dus wat ik in 10 minuten zou moeten doen, gebeurt daar veel uitgebreider, met een goede anamnese en probleemverheldering. Waar wringt nu precies de schoen, gaat het enkel om het vraagstuk ‘is dit kind dyslectisch of niet’, of is er meer aan de hand: speelt er ADHD, zijn er andere kinderpsychologische problemen, gaat er iets mis bij de opvoeding? De afstemming wáár het beste aan te grijpen, is aanzienlijk beter na een goede intake bij het CenA-team.”

Zijn er ook voordelen voor de GGZ centraal?
“Zeker. Zij krijgen niet zelf alle kinderen met ADHD-symptomen binnen en dat betekent meer ruimte op hun eigen spreekuren. Speelt er dyslexie, ADHD of misschien een opvoedprobleem. Dat overzie ik als huisarts niet in een keer. Maar in plaats van direct doorverwijzen naar GGZ centraal, gaat het CenA soms 2 à 3 gesprekken aan.

Het team geeft een soort basis-houvast in de vorm van psycho-educatie en heeft de tijd om samen met ouders het probleem uitgebreider te bespreken. Is de hoofdvraagstelling dyslexie, dan wordt doorverwezen naar dyslexiezorg. Spelen er meer problemen, dan leiden we toe naar de zorg waar die problemen getackeld kunnen worden. Zo wordt voorkomen dat het kind bij 2de lijn terecht komt waar de kosten exploderen. Met name het verlengde diagnostische traject, voordat wordt toegewezen aan zorg, en de korte lijn van toegankelijkheid, zie ik als toegevoegde waarde.”

Missen jullie nog dingen rondom dit consult en adviestraject, wat kan er nog anders of beter?
“Het zou mooi zijn als de gemeente op de website van GGZ zou communiceren: ‘dyslexie-onderzoek, dat doen wij in Gooi en Vechtstreek bij loket A’. Ik zou graag zien dat ze de sociale kaart delen, door die aan de website te hangen. Wanneer bijvoorbeeld een vraagstelling klinkklaar is – 2 broertjes met dyslexie en kind 3 lijkt het ook te hebben, wordt herkend door ouders en ook gesignaleerd door school, misschien zelfs al door een extern persoon op school en het kind heeft alleen nog een dyslexie-verklaring nodig – dan moet ik op basis van die sociale kaart direct kunnen doorverwijzen naar het juiste centrum. Zo halen we er weer een schakel tussenuit.”

“De gemeente zou dus heel duidelijk moeten maken ‘dit zijn de partijen die voldoende kwaliteit hebben’. Dan kunnen wij doorverwijzen naar goede zorg – en niet naar die ene dyslexie-mevrouw die ik toevallig nog ergens ken – en weten we zeker dat er niet ‘diagnose op bestelling’ plaatsvindt, zoals helaas soms nog wel eens gebeurt als het gaat om ADHD.”

‘Meer tijd én meer deskundigheid voor de patiënt’

Over de meerwaarde van het CenA-team bij signalering en aanpak (vermoeden) ADHD

Ching Ching Tang is jeugdarts en coördinator van het Consultatie- en Adviesteam jeugd-GGZ Gooi- en Vechtstreek. Wat is haar visie op de samenwerking met huisartsen, wat zijn de voordelen voor de patiënten, en wat kan er misschien nog beter?

Dit ook in uw praktijk?

Wilt u ondersteuning bij het toepassen van deze constructie in uw eigen praktijk? Stuur ons een bericht via onderstaande link.

Ook uw verhaal delen?

Heeft u ook een verhaal dat u graag op dit platform wilt delen met uw collega’s? Stuur ons een bericht via onderstaande link.